Posts tonen met het label schaken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label schaken. Alle posts tonen

zondag 1 april 2012

Het is paaszondag en een schaakclub...

Het is paaszondag en een schaakclub organiseert een paasontbijt voor alle leden. De tafel is goed gevuld met allerlei lekkers maar de hoofdmoot zijn toch wel de gekookte eieren opgeschilderd als schaakstukken. Een jeugdlid vindt zijn eitje niet zo lekker en meldt aan de jeugdleider: “Mijn ei smaakt zo vreemd.” De jeugdleider reageert een beetje pissig: “Jongen, zeur niet. Wees dankbaar dat je wat te eten hebt.” De jongen eet met tegenzin verder en meldt dan: “Moet ik het snaveltje ook opeten?”

Marietje zegt tegen haar nieuwe vriend: “Mijn vader vindt het geweldig dat jouw hobby schaken is.”
“Hoe komt dat zo? Schaakt hij zelf ook?”
“Dat niet, maar toen hij mijn vorige vriendje eruit wilde gooien bleek dat zijn hobby boksen was.”

Jan voelt zich niet zo lekker en besluit af te zeggen voor de wekelijkse schaakavond en eens op de woensdagavond bij het vrouwtje thuis te blijven.
Zij vindt het eigenlijk maar niks en probeert, door te zeggen dat hij toch niet echt ziek is, hem nog naar de schaakclub te krijgen, maar Jan blijft thuis.
Dan gaat de telefoon. Zij wil hem pakken maar Jan zit er naast en is haar te vlug af. Hij luistert even zegt dan: “Beste man, als u dat wilt weten moet u de kustwacht bellen, want ik weet daar niets van.”
Met een rood hoofd vraagt zij: “Wie was dat?” “Weet ik veel”, zegt Jan. "Een of andere zeeman die wou weten of de kust veilig was."

Een vader wordt gestrikt om met een jeugdteam naar een OSBO-wedstrijd te rijden. Zijn eigen zoontje gaat ook mee. Het jochie ziet dat er van alles te koop is aan de bar van de speelzaal. Hij zeurt zijn vader dan ook constant aan zijn hoofd: “Pa, ik wil patat. Pa, ik wil ijs. Ik wil chips. Mag ik nu eindelijk eens een Mars?”
Pa is het gezeur spuugzat en als het lieve ventje ook nog vraagt om een flesje cola is de maat vol. Hij geeft het ventje een flinke pets om de oren en voegt hem toe: “Zo, hier heb je je cola.”
Wat later als pa ingespannen naar een schaakpartij zit te kijken, krijgt hij van zoonlief een ferme trap tegen zijn schenen terwijl het ventje hem toevoegt: “Hier heb je het lege flesje terug.”

Twee vriendinnen in gesprek:
“Mijn man is een mispunt. Hij kwam pas terug van de schaakclub en toen heeft hij mij heel erg geslagen.”
“Waarom? Had hij verloren?”
“Nee, alleen maar omdat ik sliep.”
“Alleen maar omdat je sliep?!”
“Ja, nu ja oké, het was met de buurman.”

Gesprek aan de schaaktafel:
“Ik zou mijn vrouw nooit toestaan om in mijn auto te rijden!”
“Maar ik zie haar er bijna elke dag in rijden.”
“Dat klopt, maar zonder mijn toestemming.”


donderdag 1 maart 2012

Een schaker komt wat vroeger thuis...

Een schaker komt wat vroeger thuis van de schaakclub en vindt zijn vrouw in bed met een van zijn vrienden. In zijn nachtkastje heeft hij een pistool. Hij aarzelt geen moment, pakt het wapen en schiet zijn vriend dood!
“Als jij zo doorgaat”, snauwt zijn vrouw “raak je al je vrienden kwijt...”

Jeugdleider in gesprek met een zeer getalenteerd jeugdlid: “Keesje, als jij zo doorgaat voorzie ik een grote toekomst voor jou. Ik denk zelfs dat je grootmeester kunt worden.”
“Maar meneer, dat wil ik helemaal niet. Ik wil kunstschilder, arts of glazenwasser worden.”
“En wat van die drie het liefst?”
“Maakt me niets uit, als ik maar blote vrouwen zie.”

Een schaker vertelt een andere schaker: “Moet je horen wat ik vannacht gedroomd heb. Alhoewel gedroomd, het was meer een nachtmerrie. Ik deed mee aan een schaaktoernooi op een winderig en regenachtig eiland. Ik speelde tegen grootmeesters uit Rusland, Amerika, Engeland en Duitsland en ik verloor alle partijen.”
“Ik heb vannacht ook gedroomd”, zegt de ander. “Ik zat op een tropisch eiland en werd verwend door schoonheidskoninginnen uit Rusland, Amerika, Engeland en Duitsland."
“Zo, daar had ik ook wel bij willen zijn.”
“Dat dacht ik al. Daarom wilde ik je uitnodigen om ook te komen, maar ik hoorde dat jij op een of ander winderig eiland zat te schaken.”

Twee schakers van Schaakstad Apeldoorn staan na afloop van hun partij gezellig bij Dini aan de bar en genieten van een borreltje.
“Trouwens”, zegt de één “heb ik je al verteld dat ik ontslag heb genomen bij mijn baas?”
“Nee, wist ik niet. Wat doe je nu voor de kost?”
“Ik ben dichter geworden.”
“Zo, en heb je al wat verkocht?”
“Ja: mijn huis, mijn boot en mijn auto.”

Sofie is voor in de avond afgehaald door haar nieuwe vriend. Als ze diep in de nacht thuiskomt ziet ze dat haar vader nog achter de computer zit te schaken. Vader heeft haar nieuwe vriend even gezien toen hij haar afhaalde en ze is toch wel benieuwd wat pa van hem vindt.
“Pa?”
“Ja, kind.”
“Wat vond je van mijn nieuwe vriendje?”
“Hij deed me denken aan een boek.”
“Oh leuk, vond je hem zo poëtisch?”
“Nee, het was vanwege zijn ezelsoren.”

Twee vrienden zitten in een voor hun nieuw café een potje te schaken. Vraagt de een aan de ander: “Hoe vind jij deze zaak?
“Buitengewoon en van binnen niet veel bijzonders.”

Jeugdleider bij een schaakclub stelt een vraag aan Jantje: “Jantje, was is hoger dan een koning?”
Jantje heeft een antwoord paraat: “Een aas, meneer.”


woensdag 1 februari 2012

Twee goudvissen zitten in hun kom...

Twee goudvissen zitten in hun kom op de vensterbank een potje te schaken. Buiten is het slecht weer. Het waait stevig en de regen klettert met geweld tegen de ruiten. Zegt de ene goudvis tegen de andere: “Wat een nattigheid buiten. Ben ik even blij dat wij lekker binnen zitten.”

Een schaker van Schaakstad heeft moeite met het verzetten van de stukken; steeds vallen ze uit zijn verkrampte vingers.
“Wat scheelt er aan?”, vraagt zijn schaakmaat.
“Elke winter hetzelfde probleem: ik heb last van winterhanden”, legt de ander uit.
“Vervelend, maar het had allemaal veel erger kunnen zijn.”
“Erger? Hoe bedoel je?”
“Nou ja, stel je voor dat je in plaats van winterhanden sneeuwballen had gehad.”

Een vrouw is met haar minnaar bezig in de slaapkamer en ze hebben het reuze naar hun zin en, zoals bekend, als je het fijn hebt, vliegt de tijd.
Hij is bang dat haar man, zijn beste vriend, plotseling binnen zal vallen en vraagt:
“Schat, wanneer komt je man thuis? Je weet dat het mijn vriend is, ik wil geen problemen.”
“Maak je geen zorgen" zegt zij, “hij komt zeker het eerste uur niet thuis.”
De telefoon rinkelt, ze neemt hem op: “Hallo schat..., ok schat..., geen probleem schat..., tot straks schat...”
Ze hangt op en meldt haar minnaar: “Het was mijn man, we hebben een uur extra.”
“Ach ja? Hoe dat zo?”
“Hij zei dat hij met jou aan het schaken is...”

Dirk is al een poos niet op de schaakavond aanwezig geweest. Een clubgenoot wil wel eens weten waarom: “Ik zie jou tegenwoordig bijna nooit meer op de clubavond. Hoe komt dat?”
“Ik ga tegenwoordig bijna iedere avond naar de avondschool.”
“Wat leer je daar dan allemaal?”
“Van alles. Ik weet nu zelfs dat Pythagoras en Archimedes heel geleerde Grieken waren.”
“Oh ja, en weet je dan ook wie Karipides is?”
“Nee, wie is dat?”
“Dat is een Griek die altijd bij je vrouw op bezoek komt als jij op de avondschool leert wie Pythagoras en Archimedes zijn.”

Frits heeft de pest in. Hij heeft de vorige avond verloren bij het schaken en probeert via de computer uit te vissen wat hij verkeerd heeft gedaan.
Zijn vrouw komt heel blij thuis en roept: “Kijk eens, Frits. Ik kom rechtstreeks uit de schoonheidssalon.”
Frits kijkt even op vanaf het scherm naar zijn vrouw en bromt dan:
“Waarom ben je niet aan de beurt gekomen?”




zondag 1 januari 2012

Op de eerste clubavond in het nieuwe jaar...

Op de eerste clubavond in het nieuwe jaar zegt een schaker met een drukke baan tegen zijn tegenstander: “Ik heb tussen Kerst en Nieuwjaar alle dagen heerlijk vrij gehad.”
“O ja” zegt de ander, “als je dat zo heerlijk vond kun je beter vrij nemen tussen Nieuwjaar en Kerst.”

Gerard is vastbesloten om zijn schaakpeil in 2012 te verbeteren en wil weer eens gaan studeren. Hij gaat naar een boekwinkel en vraagt: “Hebt u misschien het boek Hoe win ik al mijn schaakpartijen op voorraad?”
“Meneer” zegt de verkoper, “voor sprookjesboeken moet u op de eerste etage zijn.”

De oudejaarsavond was bijzonder prettig voor Gerrit. Met schaakvrienden heeft hij een gezellig toernooi gespeeld en daar hebben ze een stevig aantal biertjes bij gedronken. Wanneer hij laat in de nacht naar huis wil en buitenkomt, merkt hij dat hij hem wel wat te stevig geraakt heeft. Als hij zich moet vasthouden aan een lantaarnpaal om niet om te vallen, informeert een van zijn schaakmaten even: “Gerrit, gaat het wel? Kom je wel veilig thuis?”
“Geen probleem hoor” lalt Gerrit, “de hele stad draait om me heen. Ik wacht gewoon tot mijn huis voorbijkomt en dan stap ik zo naar binnen.”

Op de eerste clubavond van het nieuwe jaar vraagt een schaker aan een andere schaker: “Hoe zit het, heb jij nog goede voornemens gemaakt voor 2012?”
“Ja” zegt de ander, “ik ben vastbesloten om te stoppen met roken, maar of het me lukt, ik weet het niet.”
“Rook je veel dan?”
“Minstens twee pakjes per dag en dat al meer dan dertig jaar.”
“Als je al het geld dat je uitgegeven hebt aan roken nog zou hebben, zou je daar een prachtig villa voor kunnen kopen.”
“Rook jij ook?”
“Ik heb nog nooit gerookt”
“Waarom woon jij dan in een gewoon rijtjeshuis en niet in een villa?”

Joep is al jaren vrijgezel. Hij is het alleen zijn zat en heeft zich voorgenomen om in 2012 aan de vrouw te komen. Daarom heeft hij gereageerd op een advertentie in de krant waarin een dame zegt op zoek te zijn naar een man die sportief is, van uitgaan houdt, maar het ook leuk vindt om samen een partij te schaken. Omdat Joep er nogal vol van is, vertelt hij op de schaakclub dat hij de volgende avond een afspraak heeft met de vrouw uit de advertentie. Het commentaar is niet van de lucht. Frans, de vaste schaakmaat van Joep, heeft het niet zo op dingen uit de krant en zegt: “Joep, als ik jou was zou ik het niet doen: ik heb een keer een bromfiets gekocht uit de krant en daar heb ik meer naast gelopen dan op gezeten.”

Tot slot iets om over na te denken in het nieuwe jaar:
Wie niets weet en weet dat hij niets weet, weet meer dan hij die niets weet en niet weet dat hij niets weet.



donderdag 1 december 2011

Zegt Sinterklaas tegen de Kerstman...

De Kerstman en Sinterklaas zitten gezellig een potje te schaken.
Zegt Sinterklaas tegen de Kerstman: "Doe mij eens een biertje."
Waarop de Kerstman zegt: "Ja daag, ik ben Sinterklaas niet!"

Elke keer als Jan op de schaakclub komt, schiet Harrie hem aan en zegt dan: "Je krijgt de groeten van Klaas." En elke keer trapt Jan er weer in door te zeggen: "Welke Klaas?" Steevast zegt Harrie dan: "Sinterklaas." Dat gaat zo weken door en Jan baalt er van, maar is vast van plan Harrie terug te pakken. De eerste de beste clubavond schiet hij Harrie aan en zegt: "Je krijgt de groeten van Gerrit."
Harrie: "Ja, dat wist ik al."
Jan: "Van wie wist je dat?"
Harrie: "Van Klaas."
Jan: "Welke Klaas?"
Harrie: "Sinterklaas!"

De Kerstman zit te schaken, zijn tegenstander vraagt:
"Meneer de Kerstman, hebt u een windje gelaten?"
"Ja natuurlijk" zegt de Kerstman, "of dacht je dat ik altijd zo stonk?"

Twee leden van de schaakclub zitten de praten over sinterklaas en kerst:
"Wat wil je vrouw voor sinterklaas?"
"Een echtscheiding!"
"Een echtscheiding? Wat heb je haar gezegd?"
"Heb je niet iets goedkopers?"

Op een van de donkere dagen voor kerst is het erg rustig in café De Gouden Leeuw als Willem er binnenkomt. Aan de bar zit een man zwijgend aan de bar, terwijl de barman de glazen poetst.
Willem bestelt een biertje en zegt tegen de man: "Mag ik u ook een pilsje aanbieden?"
De man bromt: "Ik drink geen bier. Eén keer gedaan, was afschuwelijk."
"Een borreltje dan?"
"Nee, één keer gedronken, was afschuwelijk."
In de kroeg staat een biljart en Willem vraagt: "Zullen we een potje biljarten?"
"Ik biljart niet. Eén keer gedaan, was afschuwelijk."
Willem houdt vol: "Een potje schaken misschien?"
"Eén keer gedaan, was afschuwelijk. Maar mijn zoon komt zo. Die wil denk ik wel een potje schaken."
"Uw zoon? Zal wel uw enige kind zijn, neem ik aan?"

Zo aan het eind van het jaar moet de penningmeester de bijdrage voor de leden nog afdragen aan de KNSB. Hij vindt het allemaal erg veel geld en besluit om er over te gaan bellen.
"Hallo, spreek ik met de KNSB?"
"Dat klopt, meneer."
"Is het mogelijk dat u mij doorverbindt met Ali Baba?"
"Die werkt hier niet, meneer."
"Oké, geef me dan maar één van die andere veertig rovers."

dinsdag 1 november 2011

70 en nog steeds maagd

“Hoe is het mogelijk, mevrouw” zegt de dokter, “u bent viermaal getrouwd geweest en op uw zeventigste nog steeds maagd. Kunt u dat verklaren?” “Zeker dokter: mijn eerste man was architect, die maakte niets dan plannen; mijn tweede man was musicus, die speelde hoogstens een beetje; mijn derde man was ambtenaar, die zei altijd 'Morgen beginnen we ermee'; mijn vierde man was schaker, die bleef maar denken over de opening en kwam nooit aan het eindspel toe.”

Een jaar lang hebben ze Flip niet gezien op de schaakclub, maar plotseling komt hij weer aanzetten. Hij wordt hartelijk begroet en iedereen wil weten waar hij toch gezeten heeft. “Oké mannen”, zegt Flip, “ik zal het maar eerlijk vertellen: ik heb een jaartje in de gevangenis gezeten.” Iedereen wil weten wat hij uitgespookt heeft, want ze zien de aardige zachtaardige Flip zeker niet aan voor een crimineel. “Ik heb vals geld gedrukt. Bij de 10 en 20 eurobiljetten ging alles prima, maar toen ik de 40 eurobiljetten ging uitgeven, werd ik gepakt.”

De tegenstander van Jansen is tijdens de partij in slaap gevallen. Jansen stoot de schaker naast hem aan en zegt: “Moet je kijken, De Boer is in slaap gevallen.” De man reageert knorrig op de por van Jansen en zegt: “Moet je me daarvoor wakker maken.”

Tijdens het schaken vraagt de ene schaker aan de ander: “Ga jij dit jaar nog op vakantie?” “Jazeker”, is het antwoord, “ik ga dit jaar naar Zicht.” “Waar ligt dat precies?”, wil de ander weten. “Geen idee, maar op de radio zeggen ze al jaren: 'Mooi weer in zicht'.

Twee buurjongetjes, Jantje en Pietje, zitten bij Pietje thuis aan de keukentafel te schaken. Pietje verliest elke keer en als hij voor de vijfde keer verloren heeft, gooit hij met een driftig gebaar de stukken van het bord. Helaas sneuvelt daarbij de scheerspiegel van zijn vader, die ook op tafel stond. Bij de avondmaaltijd besluit hij om zijn vader maar in te lichten over het stukgaan van zijn scheerspiegel: “Vader, hebt u een goed geheugen voor gezichten?” “Nou en of, jongen” zegt vader. “Oh gelukkig maar, want ik heb vanmiddag per ongeluk uw scheerspiegel stukgemaakt.”

Ap komt boos terug van een bezoek aan het toilet en wil weten of een van de schakers oud brood in de wc-potten heeft gegooid. Achter in de zaal steekt iemand beschaamd zijn vinger op en bekent: “Dat heb ik gedaan, maar ik wilde alleen maar de wc-eenden voeren.”

Tijdens een KNSB-schaakpartij maakt de eerste bordspeler van Schaakstad Apeldoorn fout op fout en staat al vroeg in de partij hopeloos verloren. De voorzitter kijkt zorgelijk naar de partij en verzucht tegen een bestuurslid dat ook staat te kijken: “Ik vond hem gisteren veel beter.” “Maar”, zegt het bestuurslid, “gisteren heeft hij toch helemaal niet geschaakt?” “Daarom juist”, zegt de voorzitter.

zaterdag 1 oktober 2011

Een schaker van Schaakstad...

Een schaker van Schaakstad gaat op een zaterdag eens een kijkje nemen bij de KNSB-wedstrijden in “de Ambelt”. Net als hij binnenkomt, gaat er een luid gejuich op. “Heeft er iemand van ons gewonnen?” vraagt hij nieuwsgierig aan een andere schaker. “Nee hoor” is het antwoord, “de bar ging open”.

“Als je onmiddellijk zonder nadenken een leugen kunt vertellen, krijg je een pilsje van me”, zegt de ene schaker tegen de andere. Zonder ook maar een seconde na te denken zegt de ander: “Dat is gemeen, net zei je twee pilsjes”.

Op een woensdagavond als iedereen geconcentreerd zit te schaken begint er opeens iemand hard te kreunen. Ap snelt er heen: “Wat is er aan de hand?” De man snakt naar adem en zegt: “Ik heb net per ongeluk mijn kunstgebit ingeslikt.”
“Nou ja, zo erg is dat niet hoor”, is het laconieke antwoord van Ap: “De ballen gehakt zijn toch al op.”

Margreet gaat naar de dokter en steekt van wal: “Luister eens dokter, ik kom eigenlijk voor Jacobus die man van me. U weet het is een beetje een slome, maar verder is het een lieve man. Alleen zou ik het heel fijn vinden om eens lekker verwend te worden. Maar als Jacobus de lakens voelt, valt hij al in slaap.” “Ik begrijp uw probleem en ik zal u een poedertje meegeven. Doe dat in zijn koffie en succes gegarandeerd.”
Een paar dagen later meldt ze zich weer bij de dokter. Die is nieuwsgierig en vraagt of het middeltje gewerkt heeft.
Enigszins beschaamd doet Margreet haar verhaal: “Oh dokter, het werkte prima. Ik had het stiekem in zijn koffie gedaan, hij had de koffie amper op, of hij pakte me zo als ik nog nooit gepakt ben.”
“Zo, dat is een schitterend resultaat, vindt u niet?”
“Dat wel, maar we zijn beiden lid van een schaakclub en ik had het poedertje op de clubavond daar in de koffie gedaan en nu durf ik me daar voorlopig niet meer te vertonen.”

donderdag 1 september 2011

Hoe lang...

“Hoe lang ben jij bij de schaakclub?” wil een nieuw lid weten van een clubgenoot. Hij krijgt als antwoord: “Ongeveer 1.80 mtr.”

Jantje zit op een regenachtige zondagmorgen met zijn vader een potje te schaken.
Er wordt gebeld en oma komt op bezoek, ze gaat er bij zitten en Jantje vraagt aan haar: “Oma bent u van ijzer?”
“Wat een gekke vraag, Jantje. Natuurlijk is oma niet van ijzer, waarom dacht je dat, mijn jongen?”
Jantje legt uit: “Omdat, toen de bel net ging, pappa zei: het zal die oude tang wel zijn.”

Een lid van de schaakclub gaat naar de bar en bestelt bij Dini een bal gehakt. Hij wil leuk wezen en zegt, terwijl hij smikkelt van de bal: “Die ballen worden volgens mij elke week kleiner.”
Dini laat hem maar kletsen en geeft geen antwoord.
Als de man de laatste hap op heeft komt hij met nog een opmerking: “En eerlijk gezegd was de smaak ook niet over om naar huis te schrijven.”
Nu heeft Dini wel een passend antwoord: “Nog een geluk dat het maar zo’n kleintje was.”

Een man speelt in een café met een onbekende gezellig een potje schaak, ze zijn aan elkaar gewaagd en het wordt een spannende partij.
“Zullen we nog eens samen schaken?” vraagt de een aan de ander.
“Prima, bel me maar als je zin hebt. Mijn nummer staat in het telefoonboek.”
“En uw naam?”
“Die staat er achter.”