Een schaker van Schaakstad gaat op een zaterdag eens een kijkje nemen bij de KNSB-wedstrijden in “de Ambelt”. Net als hij binnenkomt, gaat er een luid gejuich op. “Heeft er iemand van ons gewonnen?” vraagt hij nieuwsgierig aan een andere schaker. “Nee hoor” is het antwoord, “de bar ging open”.
“Als je onmiddellijk zonder nadenken een leugen kunt vertellen, krijg je een pilsje van me”, zegt de ene schaker tegen de andere. Zonder ook maar een seconde na te denken zegt de ander: “Dat is gemeen, net zei je twee pilsjes”.
Op een woensdagavond als iedereen geconcentreerd zit te schaken begint er opeens iemand hard te kreunen. Ap snelt er heen: “Wat is er aan de hand?” De man snakt naar adem en zegt: “Ik heb net per ongeluk mijn kunstgebit ingeslikt.”
“Nou ja, zo erg is dat niet hoor”, is het laconieke antwoord van Ap: “De ballen gehakt zijn toch al op.”
Margreet gaat naar de dokter en steekt van wal: “Luister eens dokter, ik kom eigenlijk voor Jacobus die man van me. U weet het is een beetje een slome, maar verder is het een lieve man. Alleen zou ik het heel fijn vinden om eens lekker verwend te worden. Maar als Jacobus de lakens voelt, valt hij al in slaap.” “Ik begrijp uw probleem en ik zal u een poedertje meegeven. Doe dat in zijn koffie en succes gegarandeerd.”
Een paar dagen later meldt ze zich weer bij de dokter. Die is nieuwsgierig en vraagt of het middeltje gewerkt heeft.
Enigszins beschaamd doet Margreet haar verhaal: “Oh dokter, het werkte prima. Ik had het stiekem in zijn koffie gedaan, hij had de koffie amper op, of hij pakte me zo als ik nog nooit gepakt ben.”
“Zo, dat is een schitterend resultaat, vindt u niet?”
“Dat wel, maar we zijn beiden lid van een schaakclub en ik had het poedertje op de clubavond daar in de koffie gedaan en nu durf ik me daar voorlopig niet meer te vertonen.”
Posts tonen met het label gehaktbal. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gehaktbal. Alle posts tonen
zaterdag 1 oktober 2011
Een schaker van Schaakstad...
donderdag 1 september 2011
Hoe lang...
“Hoe lang ben jij bij de schaakclub?” wil een nieuw lid weten van een clubgenoot. Hij krijgt als antwoord: “Ongeveer 1.80 mtr.”
Jantje zit op een regenachtige zondagmorgen met zijn vader een potje te schaken.
Er wordt gebeld en oma komt op bezoek, ze gaat er bij zitten en Jantje vraagt aan haar: “Oma bent u van ijzer?”
“Wat een gekke vraag, Jantje. Natuurlijk is oma niet van ijzer, waarom dacht je dat, mijn jongen?”
Jantje legt uit: “Omdat, toen de bel net ging, pappa zei: het zal die oude tang wel zijn.”
Een lid van de schaakclub gaat naar de bar en bestelt bij Dini een bal gehakt. Hij wil leuk wezen en zegt, terwijl hij smikkelt van de bal: “Die ballen worden volgens mij elke week kleiner.”
Dini laat hem maar kletsen en geeft geen antwoord.
Als de man de laatste hap op heeft komt hij met nog een opmerking: “En eerlijk gezegd was de smaak ook niet over om naar huis te schrijven.”
Nu heeft Dini wel een passend antwoord: “Nog een geluk dat het maar zo’n kleintje was.”
Een man speelt in een café met een onbekende gezellig een potje schaak, ze zijn aan elkaar gewaagd en het wordt een spannende partij.
“Zullen we nog eens samen schaken?” vraagt de een aan de ander.
“Prima, bel me maar als je zin hebt. Mijn nummer staat in het telefoonboek.”
“En uw naam?”
“Die staat er achter.”
Jantje zit op een regenachtige zondagmorgen met zijn vader een potje te schaken.
Er wordt gebeld en oma komt op bezoek, ze gaat er bij zitten en Jantje vraagt aan haar: “Oma bent u van ijzer?”
“Wat een gekke vraag, Jantje. Natuurlijk is oma niet van ijzer, waarom dacht je dat, mijn jongen?”
Jantje legt uit: “Omdat, toen de bel net ging, pappa zei: het zal die oude tang wel zijn.”
Een lid van de schaakclub gaat naar de bar en bestelt bij Dini een bal gehakt. Hij wil leuk wezen en zegt, terwijl hij smikkelt van de bal: “Die ballen worden volgens mij elke week kleiner.”
Dini laat hem maar kletsen en geeft geen antwoord.
Als de man de laatste hap op heeft komt hij met nog een opmerking: “En eerlijk gezegd was de smaak ook niet over om naar huis te schrijven.”
Nu heeft Dini wel een passend antwoord: “Nog een geluk dat het maar zo’n kleintje was.”
Een man speelt in een café met een onbekende gezellig een potje schaak, ze zijn aan elkaar gewaagd en het wordt een spannende partij.
“Zullen we nog eens samen schaken?” vraagt de een aan de ander.
“Prima, bel me maar als je zin hebt. Mijn nummer staat in het telefoonboek.”
“En uw naam?”
“Die staat er achter.”
Abonneren op:
Posts (Atom)