zondag 1 januari 2012

Op de eerste clubavond in het nieuwe jaar...

Op de eerste clubavond in het nieuwe jaar zegt een schaker met een drukke baan tegen zijn tegenstander: “Ik heb tussen Kerst en Nieuwjaar alle dagen heerlijk vrij gehad.”
“O ja” zegt de ander, “als je dat zo heerlijk vond kun je beter vrij nemen tussen Nieuwjaar en Kerst.”

Gerard is vastbesloten om zijn schaakpeil in 2012 te verbeteren en wil weer eens gaan studeren. Hij gaat naar een boekwinkel en vraagt: “Hebt u misschien het boek Hoe win ik al mijn schaakpartijen op voorraad?”
“Meneer” zegt de verkoper, “voor sprookjesboeken moet u op de eerste etage zijn.”

De oudejaarsavond was bijzonder prettig voor Gerrit. Met schaakvrienden heeft hij een gezellig toernooi gespeeld en daar hebben ze een stevig aantal biertjes bij gedronken. Wanneer hij laat in de nacht naar huis wil en buitenkomt, merkt hij dat hij hem wel wat te stevig geraakt heeft. Als hij zich moet vasthouden aan een lantaarnpaal om niet om te vallen, informeert een van zijn schaakmaten even: “Gerrit, gaat het wel? Kom je wel veilig thuis?”
“Geen probleem hoor” lalt Gerrit, “de hele stad draait om me heen. Ik wacht gewoon tot mijn huis voorbijkomt en dan stap ik zo naar binnen.”

Op de eerste clubavond van het nieuwe jaar vraagt een schaker aan een andere schaker: “Hoe zit het, heb jij nog goede voornemens gemaakt voor 2012?”
“Ja” zegt de ander, “ik ben vastbesloten om te stoppen met roken, maar of het me lukt, ik weet het niet.”
“Rook je veel dan?”
“Minstens twee pakjes per dag en dat al meer dan dertig jaar.”
“Als je al het geld dat je uitgegeven hebt aan roken nog zou hebben, zou je daar een prachtig villa voor kunnen kopen.”
“Rook jij ook?”
“Ik heb nog nooit gerookt”
“Waarom woon jij dan in een gewoon rijtjeshuis en niet in een villa?”

Joep is al jaren vrijgezel. Hij is het alleen zijn zat en heeft zich voorgenomen om in 2012 aan de vrouw te komen. Daarom heeft hij gereageerd op een advertentie in de krant waarin een dame zegt op zoek te zijn naar een man die sportief is, van uitgaan houdt, maar het ook leuk vindt om samen een partij te schaken. Omdat Joep er nogal vol van is, vertelt hij op de schaakclub dat hij de volgende avond een afspraak heeft met de vrouw uit de advertentie. Het commentaar is niet van de lucht. Frans, de vaste schaakmaat van Joep, heeft het niet zo op dingen uit de krant en zegt: “Joep, als ik jou was zou ik het niet doen: ik heb een keer een bromfiets gekocht uit de krant en daar heb ik meer naast gelopen dan op gezeten.”

Tot slot iets om over na te denken in het nieuwe jaar:
Wie niets weet en weet dat hij niets weet, weet meer dan hij die niets weet en niet weet dat hij niets weet.