donderdag 1 maart 2012

Een schaker komt wat vroeger thuis...

Een schaker komt wat vroeger thuis van de schaakclub en vindt zijn vrouw in bed met een van zijn vrienden. In zijn nachtkastje heeft hij een pistool. Hij aarzelt geen moment, pakt het wapen en schiet zijn vriend dood!
“Als jij zo doorgaat”, snauwt zijn vrouw “raak je al je vrienden kwijt...”

Jeugdleider in gesprek met een zeer getalenteerd jeugdlid: “Keesje, als jij zo doorgaat voorzie ik een grote toekomst voor jou. Ik denk zelfs dat je grootmeester kunt worden.”
“Maar meneer, dat wil ik helemaal niet. Ik wil kunstschilder, arts of glazenwasser worden.”
“En wat van die drie het liefst?”
“Maakt me niets uit, als ik maar blote vrouwen zie.”

Een schaker vertelt een andere schaker: “Moet je horen wat ik vannacht gedroomd heb. Alhoewel gedroomd, het was meer een nachtmerrie. Ik deed mee aan een schaaktoernooi op een winderig en regenachtig eiland. Ik speelde tegen grootmeesters uit Rusland, Amerika, Engeland en Duitsland en ik verloor alle partijen.”
“Ik heb vannacht ook gedroomd”, zegt de ander. “Ik zat op een tropisch eiland en werd verwend door schoonheidskoninginnen uit Rusland, Amerika, Engeland en Duitsland."
“Zo, daar had ik ook wel bij willen zijn.”
“Dat dacht ik al. Daarom wilde ik je uitnodigen om ook te komen, maar ik hoorde dat jij op een of ander winderig eiland zat te schaken.”

Twee schakers van Schaakstad Apeldoorn staan na afloop van hun partij gezellig bij Dini aan de bar en genieten van een borreltje.
“Trouwens”, zegt de één “heb ik je al verteld dat ik ontslag heb genomen bij mijn baas?”
“Nee, wist ik niet. Wat doe je nu voor de kost?”
“Ik ben dichter geworden.”
“Zo, en heb je al wat verkocht?”
“Ja: mijn huis, mijn boot en mijn auto.”

Sofie is voor in de avond afgehaald door haar nieuwe vriend. Als ze diep in de nacht thuiskomt ziet ze dat haar vader nog achter de computer zit te schaken. Vader heeft haar nieuwe vriend even gezien toen hij haar afhaalde en ze is toch wel benieuwd wat pa van hem vindt.
“Pa?”
“Ja, kind.”
“Wat vond je van mijn nieuwe vriendje?”
“Hij deed me denken aan een boek.”
“Oh leuk, vond je hem zo poëtisch?”
“Nee, het was vanwege zijn ezelsoren.”

Twee vrienden zitten in een voor hun nieuw café een potje te schaken. Vraagt de een aan de ander: “Hoe vind jij deze zaak?
“Buitengewoon en van binnen niet veel bijzonders.”

Jeugdleider bij een schaakclub stelt een vraag aan Jantje: “Jantje, was is hoger dan een koning?”
Jantje heeft een antwoord paraat: “Een aas, meneer.”