dinsdag 1 mei 2012

In de pauze van een schaaktoernooi...

In de pauze van een schaaktoernooi wandelt een schaker even naar buiten om in een nabijgelegen park een luchtje te scheppen. Plotseling hoort hij hulpgeroep. Hij rept zich in de richting van het geluid en ziet een man spartelen in de diepe vijver van het park. Hij bedenkt zich geen moment, gooit wat kleren uit en springt het water in om de drenkeling te redden. Het lukt hem om de man op het droge te krijgen.
De geredde man komt weer tot zijn positieven en zegt: “U bent een goed mens en ik ga u belonen, want eigenlijk ben ik geen gewoon mens maar een geest die wensen kan vervullen. U mag twee wensen doen.”
Plotsklaps is de man verdwenen en de schaker denkt, zoals het een schaker betaamt, diep na over de twee wensen die hij mag gaan doen. Hij wandelt naar een bankje in het park en peinst “Zal ik wensen dat ik al mijn schaakpartijen mag winnen of eerst iets anders?”
Omdat hij van het avontuur in het koude water verkleumd is geraakt, wil hij eerst weer warm worden. Vandaar zijn eerste wens: “Ik wil een fles van de heerlijkste jenever die nooit op kan gaan.”
Prompt staat er een fles jenever op de bank met een borrelglas er naast. Hij schenkt zich een borrel in en zet de fles terug op de bank, slaat de borrel achterover en de heerlijke jenever verwarmt zijn koude lijf. Hij pakt de fles voor nog zo’n heerlijke borrel en ziet tot zijn genoegen dat de fles weer helemaal vol zit. Na nog een paar borrels wordt het tijd om over de tweede wens na te denken. “Zal ik nu wensen dat ik al mijn schaakpartijen mag winnen, of toch iets anders”, denkt de man.
Terwijl hij weer een borrel inschenkt van de verrukkelijke jenever uit de weer volle fles, weet hij wat zijn tweede wens zal zijn en zegt hij: “Ik wil nog zo’n fles.”

Een vrachtwagenchauffeur stopt bij een chauffeurscafé om een hapje te eten en om meteen, op een klein schaakbordje, zijn schaakpartij van de vorige avond nog eens na te spelen. Plotseling wordt de rust verstoord door het geluid van motoren. De deur van het café wordt opengestoten en drie in het leer gestoken Hells Angels komen de zaak binnen. Met veel lawaai nemen ze plaats aan een tafel naast de chauffeur.
De eerste Hells Angel gaat naar de chauffeur toe en wil ruzie zoeken. Hij drukt zijn sigaret uit in het bord eten van de chauffeur.
De tweede komt ook op de man af en spuwt in de kop koffie van de chauffeur.
De derde Hells Angel wil niet achterblijven en gooit de schaakstukken op de grond.
Zonder een woord te zeggen zoekt de chauffeur de gevallen schaakstukken bij elkaar, rekent af en verlaat in alle rust het café.
“Wat een mietje, een vent van niks. Vind je ook niet?” zegt een van de Hells Angels tegen de serveerster. “Dat niet alleen”, zegt de serveerster. “Het is ook nog een hele slechte chauffeur: zonet is hij met zijn vrachtwagen over drie motoren heengereden.”

Een man komt een cadeauwinkel binnen en vraagt de verkoper:
“Ik zoek een cadeau voor mijn vader die morgen 64 wordt. Hebt u iets passends?”
“Dat treft”, zegt de verkoper. “Ik heb net een partij schaakborden binnengekregen met 64 velden.”

“Zeg Jopie”, vraagt de schaakleider aan een jeugdschakertje. “Komt bij jullie binnenkort de ooievaar een baby brengen?”
“Nou”, zegt Jopie, “als dat zo is krijgen we er twee, want mijn moeder is ook in verwachting.”