dinsdag 1 november 2011

70 en nog steeds maagd

“Hoe is het mogelijk, mevrouw” zegt de dokter, “u bent viermaal getrouwd geweest en op uw zeventigste nog steeds maagd. Kunt u dat verklaren?” “Zeker dokter: mijn eerste man was architect, die maakte niets dan plannen; mijn tweede man was musicus, die speelde hoogstens een beetje; mijn derde man was ambtenaar, die zei altijd 'Morgen beginnen we ermee'; mijn vierde man was schaker, die bleef maar denken over de opening en kwam nooit aan het eindspel toe.”

Een jaar lang hebben ze Flip niet gezien op de schaakclub, maar plotseling komt hij weer aanzetten. Hij wordt hartelijk begroet en iedereen wil weten waar hij toch gezeten heeft. “Oké mannen”, zegt Flip, “ik zal het maar eerlijk vertellen: ik heb een jaartje in de gevangenis gezeten.” Iedereen wil weten wat hij uitgespookt heeft, want ze zien de aardige zachtaardige Flip zeker niet aan voor een crimineel. “Ik heb vals geld gedrukt. Bij de 10 en 20 eurobiljetten ging alles prima, maar toen ik de 40 eurobiljetten ging uitgeven, werd ik gepakt.”

De tegenstander van Jansen is tijdens de partij in slaap gevallen. Jansen stoot de schaker naast hem aan en zegt: “Moet je kijken, De Boer is in slaap gevallen.” De man reageert knorrig op de por van Jansen en zegt: “Moet je me daarvoor wakker maken.”

Tijdens het schaken vraagt de ene schaker aan de ander: “Ga jij dit jaar nog op vakantie?” “Jazeker”, is het antwoord, “ik ga dit jaar naar Zicht.” “Waar ligt dat precies?”, wil de ander weten. “Geen idee, maar op de radio zeggen ze al jaren: 'Mooi weer in zicht'.

Twee buurjongetjes, Jantje en Pietje, zitten bij Pietje thuis aan de keukentafel te schaken. Pietje verliest elke keer en als hij voor de vijfde keer verloren heeft, gooit hij met een driftig gebaar de stukken van het bord. Helaas sneuvelt daarbij de scheerspiegel van zijn vader, die ook op tafel stond. Bij de avondmaaltijd besluit hij om zijn vader maar in te lichten over het stukgaan van zijn scheerspiegel: “Vader, hebt u een goed geheugen voor gezichten?” “Nou en of, jongen” zegt vader. “Oh gelukkig maar, want ik heb vanmiddag per ongeluk uw scheerspiegel stukgemaakt.”

Ap komt boos terug van een bezoek aan het toilet en wil weten of een van de schakers oud brood in de wc-potten heeft gegooid. Achter in de zaal steekt iemand beschaamd zijn vinger op en bekent: “Dat heb ik gedaan, maar ik wilde alleen maar de wc-eenden voeren.”

Tijdens een KNSB-schaakpartij maakt de eerste bordspeler van Schaakstad Apeldoorn fout op fout en staat al vroeg in de partij hopeloos verloren. De voorzitter kijkt zorgelijk naar de partij en verzucht tegen een bestuurslid dat ook staat te kijken: “Ik vond hem gisteren veel beter.” “Maar”, zegt het bestuurslid, “gisteren heeft hij toch helemaal niet geschaakt?” “Daarom juist”, zegt de voorzitter.